Echt ontspannen leer je op abdijretraite in Schotland

Ga mee op retraite naar Pluscarden Abbey, een abdij diep in Schotland. Een verslag van drie dagen met vaste activiteitsmomenten en zonder wifi.

In de hectische wereld van vandaag lijkt het idee van een ‘retraite’ meer dan ooit relevant te zijn. Het concept heeft een hele industrie voortgebracht waarvan de methoden, reikwijdte en doelstellingen al even vaag zijn als gevarieerd. Er zijn vastenretraites in Italiaanse paleizen, Himalaya-yogakampen, je kunt je darmen resetten in Zwitserse kuuroorden, een stilteretraite volgen in Franse kastelen en allerlei detoxkuren die van alles beloven, van een betere huid tot een langer leven.

Omdat ik sceptisch bleef, besloot ik een vorm van retraite uit te proberen die veel ouder is en net zover verwijderd is van de zeitgeist als maar kan. In plaats van euro’s per nacht te moeten betalen, zou het gratis zijn (behalve een vrijwillige donatie) en georganiseerd door een gemeenschap die haar bestaan beschrijft als ‘een protest tegen het wereldse en de sociale disharmonie’.

Advertentie
Advertentie

Dus kwam ik op een mistige avond, en na een vijf uur durende treinreis vanuit Edinburgh aan bij Pluscarden Abbey, een middeleeuwse katholieke abdij te midden van de velden en beboste heuvels in Noord-Schotland. Drie nachten zonder wifi en een twijfelachtig telefoonbereik wachten op me als ik mijn abdijretraite begin.

Opgericht door koning Alexander II van Schotland in 1230, was Pluscarden vierhonderd jaar een ruïne, voordat ze in 1943 aan een gemeenschap van benedictijnenmonniken werd gegeven. De orde benadert gastvrijheid als volgt: ‘Alle gasten moeten zoals Christus worden verwelkomd’. Logisch dus dat de abdij elk jaar zo’n 20.000 bezoekers over de vloer krijgt. De meesten komen hier voor één dag naartoe, om te genieten van de prachtige architectuur terwijl het restauratiewerk doorgaat. Maar een gestage stroom komt ook voor een retraite.

©Nicholas J.R. White

Pasta en vispastei

Omdat ik mijn maag op de reis naar het noorden heb verwaarloosd, is het mijn eerste taak om fysieke in plaats van spirituele voeding te zoeken. Ik neem wat pasta en vispastei uit de gemeenschappelijke koelkast in St.-Benedict’s, het guesthouse voor mannen (ook vrouwen zijn welkom bij Pluscarden en hebben een apart gastenverblijf in de buurt – samen goed voor 22 slaapkamers).

Ik loop tegen enkele mederetraitanten aan: beeldhouwer Philip Chatfield en een man uit Glasgow die betrokken is bij de antinucleaire protesten bij de marinebasis Faslane. Chatfield, een anglicaan die werkt aan enkele beelden bij Pluscarden, bevond zich aan boord van de Maria Asumpta, een zeilopleidingsschip dat in 1995 bij Padstow in Cornwall op de rotsen liep. Dat hij de ramp overleefde, was ‘een keerpunt in mijn artistieke leven’, vertelt hij. Daarna begon hij meer opdrachten aan te nemen die te maken hadden met de Maagd Maria en andere religieuze thema’s.

Advertentie
Advertentie
Een verblijf in een benedictijnenabdij ligt ver verwijderd van de hectiek van alledag.
©Nicholas J.R. White

Heilig water

Dan beginnen de klokken te luiden. We lopen om de hoek naar de abdijkerk voor de completen – de laatste ‘officie’ of dienst van de dag. Binnen komt het enige licht van de twee imposante kandelaars die het altaar flankeren en de toch al numineuze sfeer nog versterken. De monniken komen in een stille processie binnen, terwijl ze gepaste psalmen zingen. Onder meer ook een hymne voor de Maagd Maria, waarna de abt iedereen zegent met heilig water.

Ik word ondergedompeld in de schoonheid van de gregoriaanse gezangen, de tonen stijgen en dalen in de halfduisternis. Knielend en luisterend naar de Latijnse gezangen ervaar ik een muzikale vorm die meer dan 1.500 jaar oud is. Mijn treinreis voelt plotseling als een eeuwigheid geleden en uit een andere wereld.

‘Er zijn mensen die uit deze kerk komen en huilen, omdat ze niet wisten dat zoiets bestond’, zegt Father Giles, de ‘guestmaster’. Hij vierde onlangs het vijftigjarige jubileum van zijn eerste monastieke geloften en zegt dat hij als jongeman geïnspireerd raakte door een bezoek aan Lourdes. Met een zachte glimlach vertelt hij dat hij zijn plek in de wereld vond tussen ‘de vreemd uitziende groep’ in Pluscarden.

Aangezien het abdijleven gedicteerd wordt door het vaste ritme van katholieke gebedsdiensten, is het geen verrassing dat de meeste bezoekers hier christenen zijn. Maar Father Giles zegt dat de abdij ook mensen aantrekt voor retraites ‘uit allerlei religieuze tradities en zonder religie’. Uitbreidingsplannen zijn in de maak, met de bouw van een drie verdiepingen tellend gebouw naast de abdij. Daar komt een nieuw retraitecentrum voor vrouwen en een grotere refter.

De abdij was vierhonderd jaar een ruïne, maar verwelkomt nu elk jaar zo’n 20.000 bezoekers.
©Nicholas J.R. White

Grote stilte

Na de completen komt ‘de grote stilte’, wanneer het praten stopt en de abdij in een toestand van totale vrede belandt. Dat voelt in het begin vreemd aan, gezien ik gewend ben aan het constante achtergrondgeluid van het stadsleven, maar tegen het einde van mijn verblijf wordt het een welkome afsluiting van de dag. Ik trek me terug in mijn sobere, maar comfortabele kamer, vernoemd naar St.-Beda. Hoewel ik blij ben dat ik met deze frisse temperaturen buiten een radiator en een extra deken heb, vind ik dat iets luxueuzers afbreuk zou doen aan het ascetisme dat hoort bij deze retraite. Een bureautafel en een wastafel, met een toilet en douche op de gang: dat is alles wat ik nodig heb.

De volgende dag kan ik lunchen met de monniken. Ik word meegenomen langs de gang die van de kerk naar de refter leidt, een witgekalkte L-vormige ruimte die sober maar smaakvol is ingericht met religieuze objecten. Het eten is eenvoudig, maar stevig: shepherd’s pie (een ovenschotel met gehakt en aardappelpuree), crumble en ijs. De maaltijden worden in stilte genuttigd, terwijl een monnik vanaf een preekstoel voorleest uit zowel heilige als meer profane boeken. De stilte is niet streng genoeg om te voorkomen dat er gelach uitbreekt wanneer een grappige anekdote opduikt.

Broeder Patrick in de Lady Chapel. Voor de monniken houdt het bidden nooit op. En de dag begint om 4.30 uur.
©Nicholas J.R. White

Van Spanje tot Hongkong

Individuele retraites hier worden niet begeleid en volgen evenmin een vast stramien – als gast kun je je tijd doorbrengen zoals je wil. Behalve het bijwonen van diensten kun je lezen of werken, boswandelingen maken, je ogen sluiten en luisteren naar het alomtegenwoordige vogelgezang, of de monniken helpen bij hun werk (in de tuin staan 120 verschillende appelsoorten, waarvan het sap wordt verkocht in de abdijwinkel).

Hoewel je verwacht dat maar weinigen staan te springen om naar een afgelegen, zeer koude plek in Schotland te trekken, zit de abdij toch goed vol. Tussen de andere bezoekers – een zeer uiteenlopend gezelschap – bevindt zich onder meer een academicus die aan een boek werkt, de abt van Quarr Abbey (een benedictijnenabdij op het eiland Wight), een gast uit Hongkong die hier al het grootste deel van het jaar verblijft, en twee Spaanse zussen die graag de basisprincipes van het steenhouwen in Chatfield willen leren.

Dat er na slechts een paar dagen al kameraadschap ontstaat tussen de vreemden valt op. Van mannen wordt vaak gedacht dat ze de dingen voor zichzelf houden, maar onze gezamenlijke doelstelling om retraitanten te zijn in een heilige ruimte creëert een sfeer waarin we openhartig worden tijdens het ontbijt en het diner in het gastenverblijf. Een retraitant, zichtbaar emotioneel, vertelt me tijdens ons eerste gesprek over hoe hij zijn vrouw heeft verloren.

Behalve het bijwonen van diensten kun je lezen, boswandelingen maken of de monniken helpen bij hun werk in de appelboomgaard en appelwinkel.
©Nicholas J.R. White

Nieuwe routine

Ik probeer mezelf te verdiepen in het ritme van de diensten. Het gebed houdt zelden op in de abdij, en de monniken zijn meestal al hard aan het werk nog voor zakenlui uit hun bed komen. Het gebruikelijke weekdagrooster begint met de vigilie om 4.30 uur, met nog zeven diensten voordat de completen de monastieke dag om 19.30 uur afronden. Uit de klokken komen machtige, muzikale klanken, en ik huppel naar de kerk. Als iemand die gewend is aan een agenda vol willekeurige telefoonoproepen en deadlines, vind ik het verfrissend om mijn dagen rond vaste activiteitsmomenten te plannen.

Naarmate de dagen verstrijken en de omgeving vertrouwder wordt, merk ik dat ik ontspan – meer dan ik ooit heb gedaan op een tropisch strand. Het schema van de erediensten wordt mijn nieuwe routine. En ik blijf diepgaande gesprekken voeren over van alles en nog wat met mijn mede­gasten. Hoewel ik hier maar korte tijd verblijf, voel ik me vreemd genoeg thuis.

Behalve het bijwonen van diensten kun je lezen, boswandelingen maken of de monniken helpen bij hun werk in de appelboomgaard en appelwinkel.
©Nicholas J.R. White

Behoorlijke carrièreswitches

De huidige Pluscarden-gemeenschap bestaat uit zeventien monniken, met twee novicen in opleiding. Een eenduidig profiel zul je niet ontdekken onder de witte gewaden. Een monnik zat vroeger in het leger, en er zijn een voormalige leraar, advocaat, barman, kunstenaar en tuinman. Behoorlijke carrièreswitches, denk ik. Broeder Edmund zegt dat het ‘authentieke benedictijnse leven’ bij Pluscarden hem naar de abdij heeft gelokt. De 27-jarige novice, die theologie studeerde aan de Universiteit van St.-Andrews, vertelt me dat hij diep geïnspireerd raakte door de opofferingen die de oudere monniken maken om de gemeenschap te ondersteunen. In een tijd waarin zijn leeftijdsgenoten gezinnen en carrières opbouwen, voelt broeder Edmund zich ‘gezegend’ dat hij het abdijleven kan betreden.

Het is een paradox: de geloften van gehoorzaamheid, kuisheid en armoede van de monniken staan haaks op de krachten die de hedendaagse samenleving aansturen. Velen vinden het vreemd om je dagen op deze manier door te brengen. Maar als je kijkt naar het aantal bezoekers en mijn gesprekken in de abdij, vinden veel mensen het opofferende leven van de monniken net fascinerend en inspirerend.

Het motto van Pluscarden, ontleend aan het Boek van Haggaï in het Oude Testament, luidt: ‘Op deze plek zal ik vrede geven’. Ik dacht eraan terwijl ik voor de laatste keer luisterde naar het gezang van de vogels, terwijl mijn taxichauffeur, net voor die me terugbracht naar het station in Elgin, even de kerk binnenliep om een kaars aan te steken voor zijn overleden dochter. Terwijl ik de trein opstapte, had ik het gevoel dat ik het stabiele leven achter me liet en weer in beweging kwam.

Pluscarden Abbey
| Website | pluscardenabbey.org

Christopher Akers, 2024, ‘My weekend as a monk: a Scottish spiritual retreat’.
© FINANCIAL TIMES / FT.COM. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. MEDIAFIN IS VERANTWOORDELIJK VOOR DE VERTALING.
THE FINANCIAL TIMES LIMITED IS NIET VERANTWOORDELIJK VOOR DE NAUWKEURIGHEID EN KWALITEIT VAN DE VERTALING.

Advertentie