opinie

Geef Proximus een beter aandeelhoudersmodel

Professor Vrije Universiteit Brussel en partner Eubelius

De discussie over Proximus bewijst vooral dat we dringend een beter aandeelhoudersmodel voor de overheid nodig hebben. 'Niets zo nefast voor de beurswaarde als een bedrijf dat zich naar de politieke grillen van de dag moet plooien', schrijft Jeroen Delvoie.

De beurskoers van Proximus zit in woelig water. De MR en de N-VA schieten met scherp op CEO Guillaume Boutin. Die wil wederwoord, en wel meteen in het parlement. Het schouwspel legt opnieuw een probleem bloot in de manier waarop we in ons land met overheidsbedrijven omgaan.

  • De auteur
    Jeroen Delvoie is professor aan de VUB en partner bij het advocatenkantoor Eubelius. Hij schrijft in eigen naam.
  • De kwestie
    Guillaume Boutin, de CEO van Proximus, ligt onder vuur wegens de dalende beurskoers van het telecombedrijf, waarvan de overheid de grootste aandeelhouder is.
  • De conclusie
    OESO-richtlijnen stellen een professionele en slagkrachtige aandeelhoudersentiteit voor overheidsbedrijven voor. Versterk de SFPIM om die rol op te nemen.
Advertentie
Advertentie

Dat de politiek vragen heeft bij de dalende beurskoers is op zich begrijpelijk. De staat is de grootste aandeelhouder van Proximus. We worden dus met zijn allen armer. De kritiek is wel wat ironisch. Politici staan normaal op de eerste rij om aandeelhouders of financiële markten kortetermijndenken te verwijten en om wetten goed te keuren om dat tegen te gaan. Proximus hanteert een uitgesproken langetermijnstrategie en combineert dat met sterke commerciële resultaten. Net in die omstandigheden kan een referentieaandeelhouder met een langetermijnvisie zijn meerwaarde bewijzen, zou je dan denken.

Maar goed, de lange termijn mag ook geen alibi zijn. Als de beurskoers te lang achterblijft op de voorgespiegelde return op lange termijn, dan klopt er iets niet in het strategische verhaal. Mijn kinderen beroepen zich ook graag op de lange termijn als ik ze vraag hun kamer op te ruimen. Dat wil niet zeggen dat ze gelijk hebben.

Ook in zuivere privébedrijven zijn zulke vragen en afwegingen voer voor debat. Er is niets mis met een strategische dialoog daarover tussen het bestuur en de referentieaandeelhouder, integendeel. Maar de cruciale uitdaging in overheidsbedrijven is dat debat uit de politieke mallemolen van elke dag te houden. Een CEO die verhaal moet halen in het parlement, dat is niet goed. Het bewijst dat we een beter aandeelhoudersmodel nodig hebben.

Niets zo nefast voor de beurswaarde als een bedrijf dat zich naar de politieke grillen van de dag moet plooien.

Laat de rijkelandenclub OESO nu net nieuwe richtlijnen voor deugdelijk bestuur in overheidsbedrijven uitgevaardigd hebben. Daarin zitten alle handvaten die we nodig hebben. Helemaal bovenaan op het lijstje prijkt een professionele en slagkrachtige aandeelhoudersentiteit. Plaats die als buffer én spelverdeler tussen de politiek en de overheidsbedrijven.

De professionele organisatie heeft tot taak de aandeelhoudersrol van de overheid vorm te geven. Tot die taak behoort de strategische aandeelhoudersvisie vastleggen, de dialoog met het bedrijf aangaan en de zoektocht naar de geknipte bestuurdersprofielen ondersteunen. Het is allemaal geen hogere wiskunde: onze succesvolle privéholdings spelen die rol elke dag.

Advertentie

Het goede nieuws is dat we die organisatie al hebben: de federale participatie- en investeringsmaatschappij. De SFPIM werd de voorbije jaren ook stelselmatig in die aandeelhoudersrol versterkt. Proximus en Bpost werden zeer recent nog bij de SFPIM ondergebracht. Maar de politiek moet de SFPIM ook in die rol erkennen, en daar knelt het schoentje. De nieuwe regering kan veel doen om die rol verder te ondersteunen.

Waardecreatie

Dit is geen pleidooi voor politieke geheelonthouding. MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez en co. mogen vragen stellen en kritiek leveren. Dat is hun taak. De democratie heeft haar rechten, en de OESO-aanbevelingen benadrukken dat ook. Maar bouw een model waarbij politieke inmenging via de aandeelhoudersentiteit gekanaliseerd wordt. Succesvolle voorbeelden uit het buitenland tonen dat dat kan werken, onder meer in de Scandinavische landen, maar ook in Frankrijk. Het levert niet alleen een betere governance op, het bevordert ook de waardecreatie op lange termijn. Niets zo nefast voor de beurswaarde als een bedrijf dat zich naar de politieke grillen van de dag moet plooien. Het is in ieders belang dat daar een schot tussen zit.

Als de staat momenteel de slechtste aandeelhouder ter wereld zou zijn, zoals Bouchez beweert, dan valt dat gelukkig te verhelpen. De instrumenten om beter te doen, zijn aanwezig en bekend. Het volstaat ze te gebruiken.

Advertentie
Advertentie

In het nieuws

Alle artikels meer
Nieuw laadtarief kan bestuurder elektrische bedrijfswagen tientallen euro’s per maand kosten
Steeds meer bestuurders weigeren hun elektrische bedrijfswagen nog thuis op te laden, uit vrees voor de financiële impact ervan. Maar hoe groot is die? En wat is de oplossing? ‘De nieuwe regeling kan werknemers tientallen euro’s per maand kosten.’
Gesponsorde inhoud