Carsten Brzeski | De Duitse economie refurbished
De verkiezingscampagnes in Duitsland draaien op volle toeren. Het lijkt erop dat de Duitsers dit keer echt een keuze hebben over hoe het land uit het economische dal kan klimmen. Maar een belangrijke vraag blijft onbeantwoord.
Verkiezingscampagnes in Duitsland waren de afgelopen decennia behoorlijk saai. Doorgaans kwamen ze neer op ‘wie is de populairste’, afgewisseld met de zin ‘alles moet zo blijven’. Een hoogtepunt was Angela Merkels slotwoord in het tv-debat in 2013 over waarom mensen op haar moesten stemmen: ‘Sie kennen mich.’ Door precies die voorkeuren van de kiezer won Olaf Scholz in 2021 de verkiezingen. Voor de Duitsers was hij de beste Mutti. Hij was tenslotte al vicekanselier en minister van Financiën onder Merkel.
Maar de tijden zijn veranderd. Het land zoekt nu een leider, een partij die het naar een betere economische toekomst brengt. Het heeft lang geduurd, maar sinds de zomer lijkt eindelijk het besef aangebroken dat er meer aan de hand is dan een korte economische dip. Dat kwam er na een bijna eindeloze reeks aan slecht nieuws over grote Duitse industriebedrijven. Nu zelfs de voorzitter van de Bundesbank Joachim Nagel een voorstander is van meer flexibiliteit bij de fameuze schuldenrem weet je hoe laat het is.
Moderniseren, efficiënter maken en eventueel de energiekosten beperken, daar komen alle voorstellen op neer. Een nieuw model wordt niet gelanceerd.
Opmerkelijk genoeg is daar sinds de val van het kabinet een almaar grotere consensus over. Waardoor je je afvraagt hoe het kon dat de liberale FDP een hele economie met haar Schuldenbremse-fixatie in een wurggreep hield. De FDP was bij het aantreden van de regering goed voor 11,5 procent van de stemmen. In de peilingen nu is dat nog geen 5 procent.
De afgelopen weken hebben zowel de groenen als de SPD hun plannen voor verschillende vormen van investeringsfondsen voorgesteld. Ook de CDU heeft de deur ruim geopend. Een investeringsfonds voor de Duitse infrastructuur komt er zo goed als zeker na de verkiezingen. Wat er nog komt, is minder zeker. Daarover verschillen de partijen duidelijker. Terwijl de SPD en de groenen via subsidies en overheidssteun het land willen laten opbloeien, staat de CDU voor een liberaal beleid van belastingverlagingen en minder overheid. Maar eindelijk ligt er economische vooruitgang in het verschiet, zij het pas over een halfjaar, na de verkiezingen en de coalitieonderhandelingen.
Het zwakke punt van alle voorstellen is dat ze er allemaal van uitgaan dat het industriemodel van Duitsland blijft zoals het is. Moderniseren, efficiënter maken en eventueel de energiekosten beperken, daar komen ze op neer.
Opgefrist model
Het model wordt dus gerenoveerd, maar een nieuw model wordt niet gelanceerd. Daarom is het risico groot dat Duitsland het met deze refurbished economie niet kan opnemen tegen de Chinese of Amerikaanse. Natuurlijk is een opgefrist model aan het begin beter dan een oud model. Maar op langere termijn blijft ook refurbished niet nieuw.
Waarom niet nog een stapje verder? Een diepte-investering in een nieuw model, na een algemeen gedeelde analyse van politici, wetenschappers en het bedrijfsleven over welke sectoren, welke clusters economisch het meest levensvatbaar zijn. Geen wirtschaftswunder 2.0, maar een Made in Germany voor de 21ste eeuw.
Er zit eindelijk beweging in Duitsland. Ik hoop dat het momentum toeneemt en het land niet alleen een refurbished economie, maar een nieuw sprankelend model kan presenteren.
Meest gelezen
- 1 Aan verlaagde registratierechten van 2 procent hangen strikte voorwaarden
- 2 Staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas start met uren vertraging
- 3 De must-reads van het weekend
- 4 Nieuwe Belgische topman ArcelorMittal: 'We mogen de groene omslag niet te snel willen maken'
- 5 Neuhaus-CEO Isabel Baert: 'De consument slikt niet eindeloos elke prijsverhoging van pralines'